, [], Whether the Old Law should have induced men to the observance of its precepts, by means of temporal promises and threats?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zovelen dan als wij [64]volmaakt zijn, laat ons [65]dit gevoelen; en indien gij [66]iets anderszins gevoelt, ook [67]dat zal u God openbaren. 64. Door dit woord verstaat de apostel niet degenen, die in de onderhouding der wet geheel volmaakt zouden zijn, want dat heeft hij tevoren van zichzelven ontkend, vs.12,13, maar degenen, die in de hoofdstukken van den Christelijken godsdienst wel en grondig verstaan, en daarin gelijk als tot volwassen ouderdom gekomen zijn, Ef.4:13, tegen welken gesteld worden degenen, die nog als kinderen zijn in kennis. Zie 1 Kor.2:6, en 1 Kor.3:1; Hebr.5:13,14. 65. Namelijk dat van mij hier tevoren geleerd is; namelijk van de rechtvaardigmaking des mensen voor God, vs.9, en van onze onvolmaaktheid in dit leven, vs.12, en dergelijke. 66. Namelijk in zaken van minder gewicht. 67. Namelijk doende u mettertijd in kennis toenemen en opwassen, mits dat gij u leerzaam aanstelt en de middelen daartoe naarstiglijk gebruikt. Dit zegt hij niet van heimelijke openbaringen buiten het woord Gods, maar van de gewone openbaringen of bekendmakingen, die hij doet door de predikatien zijns woords, vergezelschapt met de verlichting Zijns Geestes. En dit wordt gezegd voornamelijk tot troost van de zwakken, die nog niet recht konden verstaan, dat de wet der ceremonien geheel was afgedaan; dat namelijk God hun mettertijd dat ook zou te verstaan geven. Zie hiervan ook Rom.14.